EXAMENPROGRAMMA voor BLAUWE GORDEL, 2de kyu.
Judo wordt aangeleerd op de mat. Het programma dat je hier ziet is een overzicht van de te kennen leerstof en kan in geen geval de theorie tijdens de lessen vervangen.
Algemeen:
Alles voor gele, oranje en groene gordel moet ook gekend zijn!
Verschillende trainingsvormen: sotai-renshu, yakusoku-geiko, kakari-geiko, shiai.
Tai-sabaki: in nage-waza, 180° en 90°.
Ukemi: Valbreken
Het verbeteren van de verschillende valtechnieken.
Nage-waza: Rechtstaande technieken
Tai-otoshi: Vooroverkantelen van het lichaam
Okuri-ashi-harai: Tweebenenveeg
Uchi-mata: Binnendijworp
Kouchi-gari: Kleine binnenwaartse beenveeg
De worpen van vorige graden rechts en links uitvoeren in verplaatsing.
Schakelen van worpen.
Het overnemen van de worpen van geel en oranje.
Katame-waza: Grondtechnieken
Basisuitvoering:
Je toont de fundamentele uitvoering.
Toepassingsvorm:
Je vertrekt vanuit een reële judosituatie (dit is niet de basisuitvoering maar één van de vier randori situaties) en eindigt in de basisuitvoering.
Variant:
Je vertrekt van een reële randori situatie maar eindigt niet in een basisuitvoering maar in een variant.
De vier klassieke randori situaties zijn:
Tori op de rug
Tori in 4-punt steun
Uke op de rug
Uke in 4-punt steun
Osae-komi-waza: Houdgrepen
Uitvoeren van de houdgrepen rechts en links.
Bevrijding uit de houdgrepen van oranje.
Schakelen van houdgrepen.
Aanval op grond: uke op de rug, tori staat recht (3 vormen).
Aanval op grond: uke op de rug, tori tussen de benen (3 vormen).
Aanval op grond: uke op 4 punten (3 vormen).
Shime-waza: Wurgtechnieken
Hadaka-jime: Wurging met de blote hand
Okuri-eri-jime: Glijdende revers wurging
Kataha-jime: Vleugelarmwurging
Juji-jime: (nami, gyaku en kata) 2 toepassingen
Kansetu-waza: Armklemmen
(Ude-hishigi-) Ude-gatame: Controle met de arm
(Ude-hishigi-) Hiza-gatame: Klemmen via de knie
(Ude-hishigi-) Waki-gatame: Klemmen via het oksel
Ude-garami: 2 toepassingen
(Ude-hishigi-) Juji-gatame: 2 toepassingen